Faalwijzen- en gevolgenanalyse

Andere term: Failure Mode and Effects Analysis (FMEA)

Doel

Risico’s beoordelen in een proces- of serviceontwerp waarop acties gedefinieerd worden om de faalkans terug te brengen. Op een gestructureerde wijze worden manieren geïdentificeerd waarop een IT-service of proces kan mislukken. Op basis van risicoschattingen en het prioriteren van acties wordt een ontwerp validatieplan (IT-service gericht) of een huidig controleplan (procesgericht) geëvalueerd.

Beschrijving

  • Ontwerp FMEA: Analyseert een nieuw proces, product of IT-service ontwerp voor de uitrol ervan, om te begrijpen hoe het zou kunnen mislukken na de vrijgave (release). Legt problemen bloot die kunnen leiden tot veiligheidsrisico’s, storingen, kortere levensduur of verminderde tevredenheid.
  • Proces FMEA: Wordt gebruikt om bestaande transactionele en operationele processen te verbeteren, om te begrijpen hoe mensen, materialen, uitrusting, methoden en omgeving procesproblemen veroorzaken. Legt procesproblemen bloot die kunnen leiden tot veiligheidsrisico’s, gebreken in IT-service processen, of verminderde efficiëntie van het proces.
  • Systeem FMEA: Analyseert systemen en subsystemen in de vroege stadia van concept en ontwerp.

Gebruik

  • Review de IT-service of het proces.
    • Als het om een proces gaat, begin dan met de stappen die de meeste waarde toevoegen.
  • Brainstorm en identificeer mogelijke faalwijzen.
    • Een faalwijze (failure mode) is de manier waarop de IT-service faalt om de beoogde functie uit te voeren. Het falen kan het gevolg zijn van upstream-activiteiten of worden veroorzaakt door downstream-activiteiten.
  • Noteer voor elke faalwijze een of meer potentiële effecten.
    • Beantwoord de vraag: `Als de fout/storing optreedt, wat zijn dan de gevolgen?
  • Beoordeel de ernst en de waarschijnlijkheid van het falen aan de hand van scores.
    • Ernst van het falen (severity): 1-10. Een score van 10 betekent dat het falen de meest ernstige gevolgen heeft voor de demandorganisatie.
    • Waarschijnlijkheid dat de fout/storing optreedt: 1-10, waarbij 10 staat voor het meest waarschijnlijk.
  • Noteer vanuit monitoring en controle elke fout/storing en wijs vervolgens een waardering toe
    • Aantoonbaarheid (detectie) van het falen: 1-10, waarbij 10 de kleinste kans weergeeft om opgemerkt te worden, gezien de huidige controlemethoden.
  • Bereken het risico prioriteit nummer (RPN) voor elk effect door de drie getallen te vermenigvuldigen (ernst × optreden × detectie).
  • Gebruik de RPN’s om de hoge storingsmodi met een hoge prioriteit te selecteren.
    • Prioriteer acties zodat de hoogste RPN’s als eerste aan bod komen.
    • Uitzondering: iedere fout/storing met een ernstscore van 10 moet onmiddellijk worden opgepakt, vanwege de gevolgen voor de demandorganisatie, zelfs als deze fout/storing een lage RPN-score heeft.
  • Maak een plan om het risico te verminderen of te elimineren van de geselecteerde hoge storingsmodi met een hoge prioriteit.
    • Identificeer potentiële oorzaken voor de geselecteerde fout/storingscode.
    • Ontwikkel aanbevolen acties, en wijs verantwoordelijke personen toe aan deze acties..
      • Preventieve maatregelen: Stappen die de kans op optreden (volledig) voorkomt, gericht op het verminderen/elimineren van de grondoorzaken, voorafgaand aan het optreden.
      • Voorwaardelijke maatregelen: De maatregelen om de schade te beperken die wordt veroorzaakt door een potentieel probleem indien de fout/storing optreedt; dit is gericht op het bereiken van het doel, ondanks eventuele moeilijkheden.
  • Uitvoeren van de plannen. Documenteer de acties.
  • Herbereken de RPN.


Reageren niet meer mogelijk.

Supported by